Muzikale weekeinden, ik mag er graag van genieten. Vroeger wist ik niet beter, waren al mijn weekendjes muzikaal. Tegenwoordig passeren er steeds vaker enorm a-muzikale de revue.
Ik noem een Pantoffeltje, een Taveerne.
Afgelopen weekend was weer als vanouds. Een kapel-optredentje hier, een sentimenteel geladen optredentje daar. Ik heb van elke noot kunnen genieten, op een andere manier dan ik dat vroeger deed. Ik zou vroeger niet snel in een kapel op een klapstoeltje zijn gaan zitten. Dat paste niet bij mijn outfit.
De eerst genoemde was van ons aller Case Mayfield. Voor bekenden ‘Kees’. Voor nóg bekenderen komt daar vast een achternaam bij, maar tot die kringen behoor ik helaas niet. Ik mag hem slechts Case noemen. Case was geweldig, de zaal misschien nog wel geweldiger. Intiem, knus, fijn. Alles.
Onmogelijk ook, om daarna andere feestjes aan te doen. Als je uit een kapel komt is de feestsfeer moeilijk eigen te maken. Ik kan alleen zeggen, ik heb mijn best gedaan.
En ik kan moeilijk de tequilla de schuld geven.
Een dag later, Moodswing. In de kelder die vroeger mijn donderdagen kleurde, P79. Toen nog Plein 79.
Daar stonden ze dan. Mijn oude helden en mijn eerste liefdes. Verliefd werd ik ooit, op mijn dertiende, verliefd werd ik weer, nu precies tien jaar later. Ik, met een iets muzikaler gehoor dan toen, zij vooral iets kaler. De teksten die zij toentertijd bezongen gingen over hoe moeilijk het leven wel niet was. De nieuwe liedjes gaan over dat ze toentertijd gelijk hebben gehad. Het is verdorie wat, dat leven. Dat gaat je niet in de koude kleren zitten. Huilende gitaren gaan nu gepaard met huilend nageslacht. Maar het misstaat ze niks.
Ik ben verliefd.
Ik ben verliefd op Case.
Ik ben verliefd op Moodswing.
Ik ben verliefd op al hun nageslacht, kale plekken en opkomende rimpels.
Waar is de tequilla?
Mooi.