De twee minuten heb ik in een kroeg besteed. Een vriendin van me keek een crimeserie tijdens de stilte. Ze schaamt zich ervoor, ze was het echt helemaal vergeten. Maar ze is wel stil geweest, dus in principe valt haar niets te verwijten. Je moet tijdens deze twee minuten op een plek zijn waar normaal takke veel herrie gemaakt wordt. Op een hardcore-feest komen deze twee minuten oorverdovend hard binnen. Ik koos dus de kroeg. Wat makkelijk was, want daar was ik op dat moment toevalligerwijs al. De stilte viel dit jaar namelijk op een zomibo. Het was een frisse, redelijk druk bezochte zomibo. Sommige mensen op straat bleven even staan en keken wat geforceerd naar de wijzers van de kerkklok – die overigens verkeerde cijfers aanwezen – en telden af.
Hoeveel mensen zouden er op dit moment aan Anne Frank denken? Dat stil zijn is voor niet veel mensen een probleem, maar er hangen nogal wat regeltjes aan vast. Je mag bijvoorbeeld niet denken aan zomaar een dode. Nee nee, hij moet wel dankzij de oorlog zijn overleden. En een dode ‘van ons’ zijn. Ik ken niemand die in de oorlog overleed. Opa’s en oma’s zijn voor mijn generatie de meest voor de hand liggende bekenden die de oorlog kunnen hebben meegemaakt. Opa’s en oma’s zijn alleen opa en oma geworden omdat hun kinderen kinderen kregen. Als mijn opa en oma in de oorlog waren overleden was mijn moeder er niet geweest. En ik dus automatisch ook niet. Dat maakt het niet knap of bijzonder dat mijn opa en oma de oorlog hebben overleefd. Dat maakt het essentieel in mijn verhaal. Omdat het anders niet mijn verhaal was, maar dat van iemand anders wiens opa en oma de oorlog hebben overleefd. Omdat zij dat verhaal anders niet zouden kunnen vertellen. Anne Frank had ook iemands oma kunnen zijn. Maar dat is ze niet. En dat is maar goed ook. Dan trok het Anne Frank Huis namelijk aanzienlijk minder toeristen, bevatte Anne de theatersensatie nog minder sensatie, en hadden diegenen die net zoals ik geen mensen kennen die aan de oorlog overleden niemand om tijdens deze twee minuten stil van te zijn.
In de laatste paar seconden die ik overhad (afgeleid door een hinkende kraai op de stoep – zielig!), bestelde een toerist luidruchtig een biertje. De bar-dame vond het wel mooi geweest en de kroeg begon voortijdig weer te leven.
Ach, wat zijn die paar seconden ook eigenlijk op een mensenleven.