Bij papa in de winkel kreeg ik een soort van witbrood, alleen heette het maisbrood. Ik vond het een soort van witbrood, want het was wit en smaakte helemaal niet naar mais. Ik mocht ham, kaas en mayo op mijn witte boterham, als ik dat wilde.
De muziek stond hard, en de asbakken zaten altijd veel te vol. Met de mensen aan de toonbank kon je nooit kletsen, die hadden grote gele koptelefoons op, dus die hoorden je toch niet. Papa lachte altijd heel hard.
Ze kwamen bewakingscamera’s ophangen boven op de eerste verdieping van de winkel, zodat papa beneden kon zien of er boven iemand CD’s ging stelen. Ik stelde mij voor dat hij dat op de enorme grijze beeldbuis zou zien en dan naar boven zou stormen, de dief onder zijn arm naar beneden zou slepen en hem de deur uit zou gooien.
Ik stond naar de beeldbuis te kijken met papa, terwijl Mischa met zijn lange haren en Nirvana t-shirt boven naar de camera zwaaide. Ik riep dolenthousiast dat hij naar beneden moest komen, omdat hij op televisie was. Papa lachte heel hard. Ik snapte het niet, maar vond het wel stoer dat ik iemand kende die op televisie was.
Toen de dief veel later uiteindelijk echt kwam was mijn papa aan het slapen en kon hij de beeldbuis helaas niet zien.