Ik word er enorm mistroostig van, zo’n lief klein dametje of heertje met vouwen tot aan de enkels te zien zitten in een arbitrair eettentje, in hun allerzieligste uppie. Een bordje dampend onbekend voedsel voor het klassiek gekreukde smoelwerk. Ik ben zo bang dat ze de rekening krijgt en ervan schrikt maar er niks van durft te zeggen omdat ze niet krenterig over wil komen.
Eigenlijk is het helemaal niet zielig en heeft dit rimpelende dametje met paarsig haar en felrose geschminkte wangetjes het prima begrepen, zo blijkt uit het onderzoek van ons aller Andrew Steptoe.
Zijn onderzoek aan de Universiteit van Londen heeft onlangs uitgewezen dat in je eentje thuis zitten fataal kan zijn. Je eenzaam voelen heeft hier niets mee van doen, zo blijkt. Het is het gebrek aan contact met de buitenwereld dat dodelijk is. Zesentwintig procent van de onderzochte mannen en vrouwen van boven de vijftig met weinig tot geen contact met de buitenwereld stierf aanzienlijk eerder dan de mensen die wel zo nu en dan een uitstapje maakte of de telefoon aannam, maar had geen last van eenzaamheid. Je mag je dus best eenzaam voelen, maar doe dit dan wel in het bijzijn van anderen.
Mij wordt vaak verweten dat ik niet alleen kan zijn.
Het is mijn nieuwe overlevingsstrategie. Daar waar andere mensen heerlijk in hun eentje thuis aan het deddelen, rommelen, aankakken en frutselen zijn, ben ik aan het overleven. In een kroeg of bij je thuis, of ergens in een supermarkt tijdens de spits. Ik maak er kletspraatjes. Het gaat immers niet om de kwaliteit van het contact maar om de kwantiteit. Kwaliteit vind ik thuis in een boek of in die laatste minuten voor het slapengaan. Nu is gebleken dat ik hieraan dood ga kijk ik me daar wel uit die verdieping in te gaan. Worst zal me dat nieuwe prachtboek op het nachtkastje wezen. Een film zet ik nog wel aan maar alleen als je komt kijken. Ik stem mijn tandenpoetstijden af aan die van mijn buren, dat wandje is zo dun dat het vast niet telt. De tijd die ik op mijn fiets danwel toilet besteed bel ik je op om te vragen wat je aan het doen bent. Misschien haak ik zo nog wel even aan.
Of ga ik lekker bij de Bagels en Beans, in alle rust. Fijn alleen tussen hippe jonge mensen met Apples en moeilijke hoedjes. Gezellig luistervinken en in mijn nieuwe prachtboek verzakken. “Ober er zit een gat in mijn broodje”, en wat is in gods naam hummus?
Ik ben er klaar voor.
Laat die rimpels maar komen.